Padelregels uitgelegd: Alles wat je moet weten om te starten
Een overzicht van de officiële padelregels, helder uitgelegd met praktische voorbeelden en tips voor beginners en gevorderden.
De Belangrijkste Regels van Padel: Een Helder Overzicht
Padel is een dynamische racketsport die tennis en squash combineert. Het is snel, tactisch, sociaal en geschikt voor alle leeftijden. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste padelregels, gebaseerd op de officiële richtlijnen van de International Padel Federation (FIP). Met duidelijke uitleg en praktische tips begrijp je snel hoe het spel werkt.
Algemene Kenmerken van Padel
Spelers
Padel wordt meestal in dubbelspel gespeeld (2 tegen 2). Enkelspel is mogelijk, vooral recreatief, op een kleinere baan.
Baan
De padelbaan is 20 meter lang en 10 meter breed, omringd door glazen wanden en hekwerk. Het net in het midden is lager dan bij tennis. Het servicevak is rechthoekig, 3 meter diep en 5 meter breed, en ligt tussen het net en de servicelijn (3 meter van het net). De baan is verdeeld in twee helften door het net. Aan elke kant ligt het servicevak tussen het net en de servicelijn. De achterwand is van glas, de zijwanden deels glas en deels hekwerk.
Racket
Een solide padelracket heeft een maximale lengte van 45,5 cm, breedte van 26 cm en dikte van 38 mm.
Bal
De padelbal lijkt op een tennisbal, maar heeft 10–15% minder druk, wat zorgt voor minder stuit.
Belangrijke Regels van Padel
1. Scoring
Puntensysteem: Net als bij tennis: 15, 30, 40, game. Een set win je met 6 games en minstens 2 games verschil. Bij 6-6 volgt een tiebreak (tot 7 punten, met 2 punten verschil).
Uitleg: Een game vereist 4 punten. Bij 40-40 (deuce) moet een team twee opeenvolgende punten winnen (voordeel, game). Sommige recreatieve of lokale competities gebruiken een ‘golden point’ bij deuce, waarbij het volgende punt de game beslist.
2. Opslag (Service)
Regel: De opslag is onderhands, waarbij de bal onder heuphoogte wordt geraakt en diagonaal in het servicevak van de tegenstander moet landen.
Voorwaarden: Twee pogingen. De serveerder staat achter de servicelijn met beide voeten op de grond. De bal mag de glazen wand van de tegenstander raken, maar niet het hekwerk. De opslag gaat direct over het net, zonder eigen grond of wand te raken.
Let-regel: Raakt de bal het net maar landt correct, dan is het een let (opslag opnieuw, onbeperkt toegestaan).
3. Spelverloop
Bal in spel: Na de opslag mag de bal één keer de grond raken voordat je hem terugspeelt. Je mag ook direct volleyen.
Wanden: Na grondcontact mag de bal jouw glazen wanden of hekwerk raken voordat je hem terugspeelt. De bal mag niet direct tegen de wand van de tegenstander worden geslagen; hij moet eerst de grond raken.
Voorbeeld: Je tegenstander slaat een hoge lob. De bal raakt jouw grond, kaatst tegen de achterwand, en je slaat hem terug voor een tweede grondstuit. Dit is geldig. Raakt de bal direct het hekwerk, dan verlies je het punt.
4. Puntverlies
Je verliest een punt als:
Een veelvoorkomende fout is de bal direct hard tegen de wand van de tegenstander slaan; dit is ongeldig omdat de bal eerst de grond moet raken.
5. Gebruik van Wanden en Hekwerk
Eigen helft: Na grondcontact mag de bal jouw wanden of hekwerk raken voordat je hem terugspeelt.
Tegenstanders helft: Als de bal eerst de grond raakt en dan hun wand of hekwerk, blijft hij in spel. Direct hekwerkcontact is puntverlies voor de slager.
Uitleg: Gebruik wanden strategisch om hoeken te creëren of de tegenstander uit positie te dwingen. Een hoge lob tegen de achterwand kan een zwakke return uitlokken.
6. Bal uit de Kooi
Regel: Als de bal over het hekwerk gaat (bijv. na een lob), mag je de kooi verlaten om hem terug te spelen, mits hij de grond buiten nog niet raakt. De bal moet terug in het speelveld van de tegenstander landen.
Uitleg: Dit leidt tot spectaculaire rally’s, maar vereist snelle reflexen en precisie.
7. Netfouten
Het net aanraken met racket, lichaam of kleding kost een punt.
Als de bal het net raakt en niet overgaat, verlies je het punt.
Bij opslag: netcontact met correcte landing is een let (opslag opnieuw).
8. Spelersposities
Spelers bewegen vrij op hun helft, maar mogen niet over het net reiken.
In dubbelspel wisselen spelers vaak posities (één aan het net, één achterin). Roep “mijn” of “jij” om misverstanden bij ballen in het midden te voorkomen.
9. Dubbelspel
Opslagrotatie: Teams wisselen na elk game van opslagbeurt. Spelers binnen een team wisselen per game van kant (links/rechts).
Teamwerk: Beide spelers mogen de bal slaan, maar niet tegelijk. Communicatie is cruciaal, vooral bij ballen in het midden.
10. Tiebreak
Bij 6-6 in een set: tiebreak tot 7 punten, met 2 punten verschil.
Opslag wisselt na elke twee punten, beginnend met de speler die aan de beurt is.
Uitleg: Een tiebreak vereist vaak agressieve strategie, omdat elk punt telt.
11. Uitzonderlijke Situaties
Objecten in de kooi: Als de bal een lamp of ander object in de kooi raakt, is dit meestal een let (punt opnieuw), afhankelijk van lokale baanregels.
Via de deur spelen: Als een speler de bal via de deuropening terug speelt (bijv. na het verlaten van de kooi), is dit geldig, zolang de bal de grond buiten niet raakt.
Uitleg: Deze situaties komen zelden voor, maar zijn belangrijk voor toernooien of officiële wedstrijden.
Praktische Tips
Bronnen
Voor de volledige en officiële regels, bezoek de website van de International Padel Federation.
